SV | En de HEERE gaf hen in de hand van Israel, en zij sloegen hen, en joegen hen na tot groot Sidon toe, en tot Misrefoth-maim, en tot het dal Mizpa tegen het oosten; en zij sloegen hen, totdat zij geen overigen onder hen overlieten. |
WLC | וַיִּתְּנֵ֨ם יְהוָ֥ה בְּיַֽד־יִשְׂרָאֵל֮ וַיַּכּוּם֒ וַֽיִּרְדְּפ֞וּם עַד־צִידֹ֣ון רַבָּ֗ה וְעַד֙ מִשְׂרְפֹ֣ות מַ֔יִם וְעַד־בִּקְעַ֥ת מִצְפֶּ֖ה מִזְרָ֑חָה וַיַּכֻּ֕ם עַד־בִּלְתִּ֥י הִשְׁאִֽיר־לָהֶ֖ם שָׂרִֽיד׃ |
Trans. | wayyitənēm JHWH bəyaḏ-yiśərā’ēl wayyakûm wayyirədəfûm ‘aḏ-ṣîḏwōn rabâ wə‘aḏ miśərəfwōṯ mayim wə‘aḏ-biqə‘aṯ miṣəpeh mizərāḥâ wayyakum ‘aḏ-bilətî hišə’îr-lâem śārîḏ: |
En de HEERE gaf hen in de hand van Israël, en zij sloegen hen, en joegen hen na tot groot Sidon toe, en tot Misrefoth-maim, en tot het dal Mizpa tegen het oosten; en zij sloegen hen, totdat zij geen overigen onder hen overlieten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de HEERE gaf hen in de hand van Israel, en zij sloegen hen, en joegen hen na tot groot Sidon toe, en tot Misrefoth-maim, en tot het dal Mizpa tegen het oosten; en zij sloegen hen, totdat zij geen overigen onder hen overlieten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!